Het verschil tussen een concurrentiebeding en een relatiebeding blijkt in de praktijk vaak onduidelijk te zijn. Het relatiebeding kan worden gezien als een soort concurrentiebeding, maar dan wel in een beperkte vorm. Toch zijn er verschillen.
Het concurrentiebeding
Het concurrentiebeding regelt dat het een werknemer niet is toegestaan om na het einde van het dienstverband bij een soortgelijk bedrijf aan het werk te gaan of een eigen onderneming te starten in dezelfde sector. Dit beperkt een werknemer in zijn loopbaanmogelijkheden/kansen. Door een beperking van de werknemer in zijn grondrecht op een vrije arbeidskeuze, worden er daarom zware eisen gesteld aan de geldigheid van een concurrentiebeding. Voor het concurrentiebeding geldt:
Wanneer zich in de loop van een dienstverband nieuwe ontwikkelingen voordoen, bijvoorbeeld de werknemer krijgt een nieuwe functie, dan is het raadzaam om het concurrentiebeding opnieuw schriftelijk vast te leggen of die overweging te maken. Als er een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten wordt, dan kan daarin het gewijzigde concurrentiebeding hierin worden opgenomen. Is dat niet het geval, bevestig het beding dan per brief en laat de werknemer ervoor tekenen.
U doet er als werkgever ook goed aan om aan te geven binnen welk gebied het de werknemer niet is toegestaan om na het einde van het dienstverband werkzaamheden te verrichten. Stel: u bent gevestigd in Assen, dan kunt u bijvoorbeeld zeggen: ‘Het is de werknemer niet toegestaan bij een concurrent binnen 25 kilometer van de vestiging waar hij werkt in dienst te treden’. Welke geografisch gebied gerechtvaardigd is, is afhankelijk van het soort onderneming, de markt waar de onderneming op actief is, en de positie van de werknemer binnen het bedrijf. Hoe exclusiever de onderneming, hoe groter de markt en hoe hoger de positie van de werknemer binnen het bedrijf, des te meer een ruimer geografisch gebied gerechtvaardigd is. U kunt ons daarover raadplegen.
Het concurrentiebeding mag niet te algemeen geformuleerd zijn, anders heeft u als werkgever de kans dat de rechter het beding matigt of zelfs in zijn geheel vernietigd. Het benoemen van een geografisch gebied en het benoemen van een tijdsduur, waarbinnen het verbod voor de werknemer geldt, dragen al bij aan een concrete formulering. Wees bij de formulering ook bedacht op vage begrippen zoals ‘werkzaam zijn in of voor een onderneming’. Vage begrippen kunnen tot gevolg hebben dat alle mogelijke vormen van arbeid bij een andere onderneming niet zijn toegestaan, zoals werken in loondienst, op zzp basis, op vrijwillige basis, op grond van een stageovereenkomst, enzovoorts. Let daarom goed op dat er echt staat wat wordt bedoeld.
Het relatiebeding
Het relatiebeding verbiedt een werknemer na het einde van de arbeidsovereenkomst met relaties, zoals klanten, (toe)leveranciers van de voormalige werkgever, te benaderen en/of te bedienen. Het verschil met het concurrentiebeding is dat de werknemer bij een relatiebeding wel in dienst mag treden bij een concurrent, maar de werknemer mag niet de relaties van zijn vorige werkgever benaderen of bedienen. Voor het relatiebeding gelden verder dezelfde regels als voor het concurrentiebeding, dus ook het schriftelijkheidsvereiste.
Het komt niet vaak voor dat een rechter een relatiebeding geheel of gedeeltelijk vernietigt. Wel kan het relatiebeding gematigd worden. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een relatiebeding, net als een concurrentiebeding, te ruim geformuleerd is. Een voorbeeld is dat een werknemer het verbod kreeg om 8.000 tot 10.000 relaties te benaderen en/of te bedienen. De reden waarom de rechter het relatiebeding matigde, had te maken met het feit dat de werkgever geen lijst wilde verstrekken van deze relaties, waardoor de werknemer niet kon weten om welke relaties het ging. Het is daarom belangrijk dat het voor werknemers van te voren duidelijk is op welke relaties het relatiebeding betrekking heeft, bijvoorbeeld door middel van een lijst.
Wanneer het relatiebeding een verkapt concurrentiebeding is, bijvoorbeeld dat in het relatiebeding staat dat het de werknemer is verboden om werkzaam te zijn voor relaties van de werkgever, dan wordt het relatiebeding gezien als een concurrentiebeding. Let daarom goed op de formulering van het relatiebeding en de omvang van de relaties.
Kortom, het is goed om de verschillen tussen het relatiebeding en het concurrentiebeding in de gaten te houden. Het grootste verschil is dat de werknemer bij een relatiebeding wel bij de concurrent in dienst mag treden, maar niet de relaties van zijn vorige werkgever bedient en/of benadert. Het is daarom voor de werkgever belangrijk om dit verschil tot uitdrukking te laten komen in de arbeidsovereenkomst.
Mocht u als werkgever twijfelen of dit bij u het geval is, of wilt u advies hebben over hoe u het beste het verschil tussen het relatiebeding en het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst tot uitdrukking kan brengen, dan kunt u altijd contact met ons opnemen!