Recht op repatriëring is tot slot een typisch maritiem recht. Het houdt in dat de zeevarende recht heeft op vrij (kosteloos) vervoer naar een thuishaven. Daaronder zijn begrepen de kosten van onderhoud en nachtverblijf vanaf het einde van de arbeidsovereenkomst tot aankomst in de plaats van bestemming. Het recht op repatriëring is opgenomen in art. 7:718 BW. Als nieuw element worden daarin de omstandigheden expliciet genoemd waarin de zeevarende het recht op repatriëring toekomt. De situatie waarin de zeevarende ten gevolge van ontslag schadeplichtig is geworden, wordt daar opvallend genoeg niet langer van uitgezonderd. Voorts wordt in het tweede lid van 7:718 BW aangegeven welke specifieke kosten van de repatriëring voor rekening van de werkgever komen.
In geval van repatriëring is de werkgever verplicht de volgende kosten te vergoeden:
Als plaats van bestemming wordt aangemerkt: