Ook als u geen arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een werkgever, kan sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. Om te bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst, moet nagegaan worden of een overeenkomst tussen partijen voldoet aan de drie elementen: arbeid, loon en gezag. Er dient eerst gekeken te worden gekeken naar de tekst van de overeenkomst zelf. Met die tekst wordt de bedoeling van de partijen weergegeven. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de feitelijke verhouding tussen de partijen. Hoe die feitelijke verhouding tussen de partijen is, blijkt uit de manier waarop de overeenkomst wordt uitgevoerd. Hoe de betrokken partijen de arbeidsverhouding zelf noemen, is verder niet van belang. Als alle drie elementen aanwezig zijn, is er sprake van een arbeidsovereenkomst en gelden de in het Burgerlijk Wetboek opgenomen bepalingen over de arbeidsovereenkomst. De duur van de arbeidsovereenkomst kan voor bepaalde tijd (bijvoorbeeld een half jaar of een jaar) of voor onbepaalde tijd zijn (tot beëindiging door werkgever of werknemer). In uw arbeidsovereenkomst kunnen de volgende bepalingen zijn opgenomen: een proeftijdbeding, een concurrentiebeding, een relatiebeding of een geheimhoudingsbeding. Er kan sprake zijn van een oproepovereenkomst. Lees hier meer over een nulurencontract, een min-maxcontract of de ketenregeling.