Privaat- en publiekrecht
Het ambtenarenrecht en het private arbeidsrecht waren twee afzonderlijke rechtssystemen, zowel formeel als materieel. Beide rechtssystemen beogen hetzelfde: het reguleren van de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer. Anders dan vaak wordt verondersteld, zijn de inhoudelijke verschillen tussen beide systemen in de afgelopen jaren sterk afgenomen.Uitgangspunt is, dat de arbeidsverhoudingen bij de overheid uiteindelijk gelijk zouden moeten zijn aan de verhoudingen in het private bedrijfsleven, met uitzondering van die gevallen waarin er zwaarwegende argumenten zijn om dit niet te doen. Alleen in dat geval zouden de voor ambtenaren afwijkende bepalingen dienen te worden gehandhaafd. In het proces van toenadering tussen beide rechtssystemen past bijvoorbeeld ook het opnemen van een algemene norm voor goed werkgeverschap en goed ambtenaar schap in 2005 (artikel 125ter Ambtenarenwet). Deze norm is ontleend aan het private arbeidsovereenkomstenrecht (art. 7:611 BW).
Behalve op het gebied van wetgeving is ook al jaren in de rechtspraak toenadering zichtbaar tussen het ambtenarenrecht en het private arbeidsrecht. Een duidelijk voorbeeld daarvan is de jurisprudentie rond de werkgeversaansprakelijkheid. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft aan het onderscheid tussen ambtenarenrecht en het private arbeidsrecht in 2000 een einde gemaakt in een uitspraak waarin, onder verwijzing naar artikel 7:658, tweede lid, BW, de aansprakelijkheid van de overheidswerkgever werd bevestigd. Bij andere vormen van schadevergoeding past de CRvB inmiddels bepalingen uit het BW analoog toe. Sinds het Van der Lely-Taxi Hofman-arrest in 1998 van de Hoge Raad wordt de arbeidsverhouding van werkgever en werknemer niet vooral bepaald door wat contractueel is vastgelegd, maar veeleer door wat voor een goed functionerende werkorganisatie noodzakelijk is. Dit benadert de wijze waarop in het ambtenarenrecht het begrip dienstbelang wordt gehanteerd. Het dienstbelang wordt door overheidswerkgevers vaak als rechtvaardiging van hun rechtspositionele besluiten gebruikt.
Met invoering van de Werk Wet en Zekerheid in 2015 is in het privaatrecht gekozen voor een limitatief stelsel van ontslaggronden. In de publieke sector gold een dergelijk stelsel al sinds jaar en dag. Het ambtenarenrecht bood tot dusver meer aanknopingspunten voor rechtsbescherming dan de private arbeidsovereenkomst. Een ambtenaar kan niet alleen tegen alle besluiten, zelfs ook tegen alle handelingen ten aanzien van de werknemer intern bezwaar aantekenen. Vervolgens kan de ambtenaar in beroep gaan bij de bestuursrechter en daarna hoger beroep aantekenen bij de Centrale Raad van Beroep. Ambtenaren kunnen zelfs bezwaar en beroep aantekenen tegen de afwijzing van een sollicitatie. Zij kunnen tegen vrijwel alle maatregelen in het kader van een reorganisatie hun bedenkingen uiten, omdat zij anders geen verhaal hebben op het moment dat de reorganisatie hun eigen arbeidsplaats treft. Met de WNRA verdwijnen deze aanknopingspunten.